Korte bezoeken - Reisverslag uit Sanchaba, Gambia van Gerrit Marskamp - WaarBenJij.nu Korte bezoeken - Reisverslag uit Sanchaba, Gambia van Gerrit Marskamp - WaarBenJij.nu

Korte bezoeken

Door: Gerrit Marskamp

Blijf op de hoogte en volg Gerrit

14 April 2014 | Gambia, Sanchaba

Na lange tijd, maar weer eens een berichtje van mijn hand. Een aantal mensen had al aangegeven ze te missen. Omdat de modus operandi nu een beetje veranderd is; vaker naar Gambia zien te komen, maar voor kortere tijd en ook vanwege extreem druk (geweest) te zijn in Nederland (gelukkig wel; eindelijk weer eens wat inkomsten) kwam ik niet tot schrijven.

Intussen ben ik dus tweemaal voor een korte tijd (telkens een maand) in Gambia geweest; één keer in December en één keer in Maart. Ik tik de belevenissen (bijna alle) maar in één keer uit.

December 2013

Ik kom zonder veel problemen aan, op woensdag de 4e. Bij aankomst hoor ik dat de watchman die oa. onze compound ook in de gaten moet houden, vervelend is als ik er niet ben. Als ik er wel ben, is ie heel voorkomend, maar zo gauw ik in Nederland ben verandert dat. Zo jaagt ie bijv. de klanten van Jabou van het erf. Eén van Jabous klanten, een struise dame, was daar duidelijk niet van gediend en heeft hem nogal met zijn hoofd tegen de muur geslagen. Maar aangezien de man nogal “degar boppe” is (=eigenwijs) trad er daarna niet veel verbetering in.

De landlord moest ook overal met de haren bij gesleept worden en als er dan uiteindelijk iets van actie werd ondernomen, dan werd de zaak er niet beter op. Zo was gebleken dat het dak nogal lekte (heeft een aantal computers vernield.) Het mannetje dat die gaten dicht moest maken, bleef nogal uit en bleek na afloop er een aantal nieuwe gaten bij gemaakt te hebben.

We overleggen dat we maar weer gaan verhuizen, op je strepen gaan staan helpt niet; misschien dat er iets aan het huis verbeterd wordt, maar de huur zal dan navenant omhoog gaan. Een onwillige watchman als buurman, staat mij ook helemaal niet aan. Daarbij moet over een maand de huur weer worden betaald, dus als we tijdig weg kunnen, graag.

We hebben nu een ander bankstel. Het vorige hadden we goedkoop over kunnen nemen, maar er waren kennelijk wat ongenode gasten meegereisd; vervelende bloedzuigende kleine ettertjes. Gelukkig hadden die zich nog niet in ons hele huis verspreid. Het andere bankstel komt met de ezelskar en een mooie tafel met glazen blad, die Jabou op de kop had getikt, wordt met de taxi gebracht. Met dat die binnen wordt gebracht, hoor ik iemand al een paar keer sorry zeggen en jawel; de glazen tafel vertoont al een dikke barst omdat hij ondeugdelijk bovenop de taxi is vervoerd. Sorry zeggen is hier altijd i.p.v. een eventuele schadevergoeding; er is toch geen geld en het is niemands schuld, toch?

Mijn schoonzusje Matti kwam ook nog op bezoek. Nadat ik had opgemerkt dat ze een pruik droeg, terwijl ze normaal ingevlochten haar heeft, bleek waarom. Ze had het haar gewassen met kennelijk een ontharingsmiddel i.p.v. shampoo (ze kan niet lezen en schrijven) en was daardoor nu zo kaal als een biljartbal. Ze had ook een donker zwarte plek op haar arm, opgelopen in een vechtpartij; een andere vrouw had haar gebeten.

Het daaropvolgende weekend hebben we besloten om Mamuts verjaardag maar te vieren, de exacte datum fluctueert een beetje; hij heeft geen geboorte certificaat (meer) en de datum is nu een beetje flexibel. We spreken in eerste instantie af om het klein maar fijn te houden, wat familie en bekenden maar niet te druk, vooral niet te druk.

Als ik de dag voordat de verjaardag begint, eens in onze tuin kijk, begin ik te vermoeden dat het toch weer iets groter gaat uitpakken. Een enorme 3-poot ketel met ebbe, (dat is rood/oranje-achtige, dikke erg peperige, maar goed gevulde soep) staat te pruttelen, ik zie één wasmand met kroepoek (prawn crackers) en één wasmand met popcorn en er worden wat kippenpootjes gegrild, op een oud condensor frame van een overleden koelkast. In de hoek staat een stapel huur tuinstoelen.

En inderdaad, op zijn verjaardag (hij wordt 10) is er flink wat volk op de been. Mamut krijgt zijn lang verwachte fiets en kan zijn geluk niet op. Hij mag er van ons nog niet mee op de openbare weg en het ding mag nog niet meteen mee naar school. Want; hij kijkt bij afslaan absoluut niet uit (net als bijna iedereen in onze straat) en er zit nog geen slot op de fiets.

Ik leg hem dat uit en hij zegt dat ie het snapt. Maar maandagmorgen als ie naar school wil, staat hij al met zijn fiets in de hand klaar, hij had toch al een hele zondag geoefend en dat zou genoeg moeten zijn. Ik vind van niet en later als ik eens met hem naar tante Marloes fiets, blijkt dat ook wel. Hij blijft wel trouw aan mijn achterwiel kleven, maar als ik zeg, dat we straks verderop naar links moeten, zit hij direct zonder uit te kijken al aan de andere kant van de weg.

We hebben intussen een nogal dringend op te lossen probleem; onze afvoer van het buiten keukentje loopt bijna niet meer weg. Ik besluit dat zelf maar te doen, voordat de landlord eindelijk eens wat actie onderneemt, is onze ruimte, achter het huis allang helemaal dicht gelopen. Met mijn pioneers schopje, dat ik nog heb van mijn diensttijd in het leger, breek ik de “broken tiles” en de cementlaag daaronder open. Daarna graaf ik een flink diep gat, waarbij er een ruimte is voor een emmer onder de dicht geslibde pijp.

Met een stuk slang, had ik al gemeten waar de zaak geblokkeerd werd en heb er eerst maar eens wat gaten ingeboord. Daardoor kon ik het verzamelde stink water met een emmer af voeren, anders moet je in datzelfde gat werken, waar net dat water in weggelopen is. Daarna een ring uit de pijp gezaagd, met zelf gemaakte handschoenen van plastic zakken in de pijp lopen wroeten, totdat de verstopping (bestond grotendeels uit sardine-achtige visjes) weg was. Een smerig en stinkend geheel. Aangezien we voor ons eten nooit van die visjes aanschaffen, zijn ze waarschijnlijk door de vorige bewoners erin gekiept.

Lamin, onze huisvriend, stond erbij te kijken en zegt,; “ik heb nog nooit een blanke dit zelf zien doen, normaal zijn wij altijd de klos”. Jabou merkt op, dat als ik me niet heel erg grondig douche, dat ik die nacht buiten zou moeten slapen.
Enfin, nadat ik er volgens de regels der kunst, weer een pijp omheen heb gelijmd, stroomt de afvoer weer als vanouds. Na 5 keer douchen, daarna dettol zeep en saflon en andere reiniging producten, ruik ik weer fris (ziekenhuis chemisch fris, dus ook niet al te lekker), maar ik slaap tenminste in mijn eigen bed.

Net voordat ik weer naar huis ga hoor ik dat mijn schoonzusje Matti met haar 4 kinderen op straat is gezet. Iemand van up-country, een vage oom, had zijn mening ten beste gegeven en vond dat ie in haar kleine kamertje nog wel 2 personen kon onderbrengen. Dat kamertje heeft de grootte van iets meer dan een matras en ze zat er al met 4 kinderen; geen strak plan dus en dat gaf ze ook te kennen. Daarop werd ze uitgezet. Intussen huur ik een klein 2 kamer appartementje voor tenminste een half jaar, ze probeert zelf in haar onderhoud te voorzien maar dit werd even teveel.

Maart 2014

Een buitenkans dit keer; de Timloto groep, waar ik ook aan verbonden ben, geeft een automotive cursus in de Casamance en in ruil voor een weekje helpen lesgeven in Abene, wordt een groot deel van mijn ticket vergoed. Ik kom heel graag in Casamance, de mensen in het campement Sindeye zijn altijd heel erg vriendelijk, er zit meer initiatief in de mensen (Tombe bijv. heeft zichzelf goed Nederlands aangeleerd) en de omgeving is heel idyllisch, lekker rustig. Dat houdt meteen in voor Jabou; veel te rustig. Ik denk dat op te kunnen lossen, door haar met wat geld en iemand die ik “leen” van het kamp, regelmatig naar Kafountine te sturen, om wat inkopen te doen.

Voordat ik het vliegtuig instap, zeg ik Bismilai (opdat God er in voorziet), omdat het Jabou het mij had gevraagd en ik had toegestemd. Goed, we komen dus echt met een enorme rot klap op de landingsbaan terecht. Nadat ik Jabou daarna in onze taxi spreek en zeg dat dat Bismilaih dus helemaal niet werkt, zegt ze, maar natuurlijk heeft het gewerkt; anders was het hele vliegtuig uit elkaar gevallen, hmmmmmm.

We rijden naar onze nieuwe huurwoning; echt een mooi groot huis, dat ik voor Nederlandse maatstaven voor weinig huur. Nog beter dan het huis; de landlord, dat blijkt een Aku dame te zijn en de buren, idem; Aku's. De landlordlady (landlady?, afijn huurbazin) weet ook wel van wanten, meteen bij het afrekenen van de huur, worden er wat mannetjes aan het werk gezet om wat losse eindjes aan elkaar te breien, heel goed. We zijn de eerste bewoners en ondanks dat het er van een afstandje goed uitziet, ziet het huis er al wel een beetje gebruikt uit. Heeft met de manier van bouwen en afwerken te maken, maar we klagen niet, alles werkt en we hebben zelfs een water opslagtank met automatisch aanslaande pomp.

De eerste week doe ik wat kleine dingen op het Gambia college en probeer ik een klus tot een goed einde te brengen, voordat ik het weekje lesgeven in Abene ga doen. Ik neem dus maandag al contact op voor die klus. Dinsdag; ik hoor niets en omdat ik mijn visum naar Senegal en wat andere dingen moet gaan regelen, vind ik het ook niet zo erg. Woensdag neem ik weer contact op, men zou nog wat regelen en ik word zo spoedig mogelijk verwittigd. Uiteindelijk kan ik pas vrijdagmorgen daar terecht, net een dagje voordat ik naar Casamance ga, zucht. Zo is er geen ruimte meer voor evt. herstel werkzaamheden mocht er iets mislopen en natuurlijk is er die dag nawerk, maar dat moet wachten tot mijn terugkeer uit Senegal.

Volgende ochtend vertrekken wij (Jabou kan/mag gelukkig ook mee) naar de Casamance, naar het campement Sindeye in Abene. Iedereen is blij ons weer terug te zien en Jabou gaat Pia helpen met koken, ik ga in de verloren momenten alle messen op het kamp maar weer slijpen. En dan een verrassing, het is voor Afrika begrippen 's avonds en 's nachts bitter koud, dat heb ik in al die keren dat ik hier was, nog nooit meegemaakt. Dikke trui, evt. jasje en op bed extra dekens.

Ep en ik gaan de lessen voorbereiden en het lokaaltje (een halfopen garage) aankleden. Zo wordt er met bordenverf een blackboard gemaakt en de elektriciteit aangelegd. In de middaguren en deel van de avond worden de lessen gegeven. Men is zeer enthousiast en ze komen trouw, sterker er komen steeds meer gegadigden.
Een piepkuikentje valt in de smeerkuil, ik haal hem daar weer onbeschadigd uit. Een geit gaat al rammelend een pannetje met wat overgebleven lunch te lijf. En als Ep zich omdraait voor het bord, heeft ie ineens een nieuwe leerling; een hele oude man met een mentaal probleem, anderhalve tand en een wit ringbaardje, zit op een bankje driftig naar het bord te gebaren.

Pia heeft 2 cakes gebakken en Jabou heeft ebbe gekookt, dat kennen ze hier helemaal niet. 's Avonds is het feest, het hele kamp is uitgenodigd en er is genoeg te eten en te drinken. Opeens is iedereen weg en Jabou schrikt een beetje van het abrupte eind. Maar nee, langzaam komen ze met de versierde cakes, al Diola liedjes zingend en gitaar spelend weer binnen. Heel erg leuk, de ebbe is heel goed gelukt en we zien dat ze de volgende morgen voor ontbijt en lunch net zolang ebbe eten, tot alles op is.

Aan het eind van de week gaan we weer naar Gambia. Net daarvoor hebben we een afsluitend examen gemaakt (degenen die niet konden lezen en schrijven hebben we alles voor gelezen, het zijn multiple choice vragen dus dat gaat) De certificaten worden uitgereikt en de beste 3 cursisten krijgen een prijs.

Tijdens het lesgeven en ook in het campement is het een leuke kakofonie van talen; Frans, Engels, Nederlands, Wolof en Diola. Ep heeft grotendeels in Engels/Frans lesgegeven en ik in Engels/Frans en Wolof. Mijn Frans is nou niet direct geweldig, mijn Wolof eigenlijk ook niet, maar iets beter dan mijn Frans. Daarbij versta ik iets meer dan dat ik het spreek. En we hebben een tolk die ons Engels weer omzet in Frans/Wolof/Mandinka/Diola. Alleen heel technische begrippen, daar glijdt ie wel eens op uit, gelukkig horen wij dan meestal dat het de verkeerde kant op gaat.

Ik had hier ook begrepen dat in het Wolof sommige begrippen helemaal niet bestaan (zoals toeval bijvoorbeeld.)
Ik wou op een gegeven moment, het woord voor jammer weten (dommage in het Frans). Na lang overleg hoor ik; su ma hammon. Ik weet zeker dat dit niet kan kloppen en zeg; su ma, dat is van mij of mijn, dus dat kan nooit met alleen maar jammer overeenkomen. Achteraf blijkt dat te kloppen; su ma hammon is ; had ik het maar geweten, als in; je koopt iets op de markt en je ziet datgene op de markt iets later net iets goedkoper aangeboden.

Weer terug in Gambia regel ik een huurauto, want deze week komen mijn ouders en mijn broertje, om eens kennis te maken met Jabou. Het blijkt dat in het weekje Casamance dat er een fuel problem is; geen brandstof meer en bijna alle tankstations zijn, of bijna onbemand, of er staan rijen mensen met jerrycans, bij degene die nog wel hebben.

Omdat we op de weg vanuit Senegal nog gewoon konden tanken, dirigeer ik iemand naar een pomp helemaal achter Brikama, om nog wat te kopen, hetgeen ook lukt.

Iets later zijn we thuis; de gasfles voor koken is leeg, ook dat is een probleem; nergens meer een passende fles (want Galp heeft een eigen goed en betrouwbaar click systeem) te krijgen. Na een dagje rondrijden langs alle Galp stations weet Lamin op zijn fiets zowaar een fles te scoren. Gelukkig; weer koffie, want voor eten koken, had ik nog 3 zakken houtskool meegenomen uit Casamance.

Met de huurauto en mijn familie wat dingetjes ondernomen, oa. Makasutu culture forest, een mooi woud met mangroves, apen (bavianen) en een hele goede gids (Alfa) die ook veel wist van de traditionele medicijnen, die ze meestal van bomen halen (het woord garab in Wolof betekent zowel boom als medicijn).

De weg ernaartoe vanaf de begaande weg achter Brikama is wel een beetje spectaculair. Omdat we een automaat als huurauto hebben, moet ik een minimale snelheid houden om niet vast te lopen. De weg is deels heel erg mul en deels loopt ie rond vanaf het midden. Dat betekent; steeds maar door rijden, met één kant op de middenberm en één kant in de berm. Evt. aanwezige mensen en dieren moet je al toeterend waarschuwen, want je mag niet stilvallen en je moet zorgen niet met de onderkant de weg te raken. Dus na een 2 a 3 kilometer bijna op zijn kant zand surfen zijn dan we ter plaatse.

We nemen de korte kano trip door de mangroves, want mijn moeder kan extreem slecht tegen zon. (gelukkig viel het nu wel mee en Jabou had van tevoren haar al een mooie omslagdoek gekocht)
Veel vogels gezien, ik kom al meerdere jaren in Gambia en Senegal en zie eigenlijk maar een paar vogels; zelfs in Abene of in Gambia up-country, ik ben meestal aan het werk. Halverwege zien we enorme schelpen bergen; johos zegt Jabou en inderdaad hier komen veel mosselen vandaan.

Omdat toeristen ze nooit kopen en ze normaal pas, na met auto's vervoerd te zijn op de markt worden aan geboden, zijn ze hier spotgoedkoop. We kopen het drievoudige van wat we normaal kopen (mosselen zijn best wel duur) en ze zijn lekker vers. Later eten we met zijn allen een lekker pasta gerecht met garnalen/mosselen saus, klaargemaakt door Jabou.

Familie vond het geweldig; we hebben een mooi huis, pa en ma een prettige schoondochter, wat leuke uitstapjes, kortom geheel geslaagd. Totdat; tja ik rij met de huurauto op de laatste dag naar hun hotel toe, ik hoef alleen Jabou even af te zetten op haar werk en ik voel me helemaal senang. Bim! (Wolof voor boem) ik heb een aanrijding. Deels mijn schuld want ik dacht dat de taxi zou doorrijden, maar nee die reed al naar mijn kant om mensen uit te laten. En richting aangeven oid. is er nooit bij; dus duidelijk mijn schuld, toch?

Gelukkig zit Jabou erbij in en gelukkig is de taxichauffeur niet zo'n opgewonden standje. Hij begint meteen Jabou gerust te stellen, dat het niet al teveel kan zijn. Inderdaad; mijn bumper is nog heel (wel wat geel/groene taxi verf erop) en ik heb weliswaar zijn achterwiel aan de bovenkant naar binnen gedrukt, maar er lijkt niets gebroken.

Voor de goede orde wordt een neef van ons (Abibu, ik heb ooit zijn zoontje op onze kosten in het ziekenhuis laten behandelen) als mediator aangesteld. Nadat de mecanicien, die door de taxi chauffeur was aangesteld, had geconstateerd, dat de ophanging slechts iets verbogen was, konden we alle gegadigden betalen en was ik slechts 25 Euro armer; kom daar in Nederland maar eens om.

Nadat onze familie weer is vertrokken naar Nederland, vertrekken we zelf naar Dakar. Jabou was intussen al vaker daar geweest om handel in te kopen maar nu maakte ik haar reis zelf eens mee. Nou, de trip is iets uit een Jules Verne verhaal. We beginnen in een bush-taxi en stappen dan over in een taxi en staan dan aan de rand van de rivier. Hier wordt je op de schouders gehesen en in een smallboat gezet. Na een half uurtje varen, weer in een taxi naar de grens. Daarna op 2 brommertjes een kilometer of 3 naar het centrale sept-place(=7 plaatsen taxi) taxi-centrum.

Dan stappen we helemaal achterin, op een extra samengeflanst achterbankje. Want de Peugeot 505 stationcar, is eigenlijk bedoelt voor 5 personen. Hier zitten we de komende 6 uur in, 3 uur daarvan is alleen maar hobbels en gaten, vooral de weg in de buurt van Kaolack is één gaten festijn. Regelmatig is het alleen maar berm rijden, een deel door de bush en de rest is al slingerend tussen de gaten, aan de verkeerde kant van de weg en deels door de gaten, als ze de zaak weer eens niet goed inschatten.

Gelukkig werkt de radio en hoor je niet wat er allemaal intussen van de auto afbreekt. Als in een auto zelfs de radio niet meer werkt, dan weet iedereen hier, dat de auto binnenkort ook de geest geeft.
Vervelend is wel, dat de radio niet de penetrante brandstof lucht weet te verhullen, die is vooral goed te ruiken als we een paar gaten niet hebben gemist. Kennelijk zit er geen dop meer op de tank, of is de vul hals deels doorgerot. Jabou heeft al eens een auto voortijdig laten stoppen en is uitgestapt, waarna direct daarna de motor in vlammen op ging (had ze me nog nooit verteld)

Uiteindelijk; Dakar, een hele grote metropool. Volgens wat reclameborden, die ik ergens anders in Senegal had gezien, de op één na smerigste stad (qua lucht) in heel Afrika en dat klopte wel. Files op de 4 baans wegen, die de wijken aan elkaar knopen en de lucht kon je gewoon proeven i.p.v inademen. In de wijken zelf; wat flatgebouwen, maar het blijft Afrika, dus ja; je kunt rustig geiten houden in een flatgebouw. Wel kan je in de wijk wat meer opschieten, dan op de hoofdwegen.

Jabou's oom is heel blij ons te zien, we waren al meerdere keren van plan te komen, maar door omstandigheden en geldgebrek kwam het er maar niet van. Hij heeft een heel leuk gezin en we vermaken hier ons prima. Zijn ene dochtertje Alimatu is net 4,5 jaar, maar maakt met een geleende ipad van een ander neefje eigenhandig de leukste filmpjes en is helemaal thuis op het apparaat. Ook heeft ze veel humor; haar moeder Soxna heeft een ingewikkelde gevlochten hoofddoek. Als ze even niet oplet, heeft Alimatu die terloops in het voorbijlopen van haar hoofd getrokken.

Jabou gaat inkopen op de diverse markten doen, een nichtje, Fatu en ik gaan mee. Eerst naar de markt die Petersen heet. Eenmaal daar aan gekomen; een tering herrie van heb ik jou daar; elk kraampje heeft zijn eigen kleine megafoon met een mp3 stickie en een riedeltje; dat het daar het goedkoopst is. Het kostte mij achteraf 5 paracetamollen om de hoofdpijn 's nachts weer weg te krijgen. Ik zie Jabou na lang wikken en wegen wat sandalen kopen. Daarna volg ik haar en ik zie haar ineens een ander paar bij een ander kraampje inspecteren en na het horen van de prijs, met een spijtig gezicht het weer terug leggen. Ik herinner me plotseling het nieuw aangeleerde Wolof en vraag heel onschuldig “ su ma hammon?” (had ik het maar geweten) ze begint te lachen en zegt; wow(=ja). Heb ik toch nog weer wat op gestoken in Casamance.

We komen een kennelijk verlamde man tegen, hij heeft 1 been tegen zich aan opgetrokken en daar vastgeknoopt. Zijn andere been houdt hij met zijn ene hand voor zich uitgestrekt, op deze manier tolt hij net een tuimelaartje over de hele markt en probeert wat geld op te halen. Ik zeg tegen Jabou, dat mocht ie niet echt gehandicapt zijn (geloof me, er zijn er best wel veel), dat ie met zijn “act” zijn centen ook wel verdiend heeft.

We stappen in een bus; jawel Dakar heeft een werkende bus dienst, we hopen zo op de andere markt te komen waarvan ik de naam alweer vergeten ben. De bus rijdt dwars door een deel van de markt heen, regelmatig moeten mensen hun kraampje even verplaatsen om de bus door te laten. In de bus zit een klein jochie van amper 7 maanden bij zijn moeder heel erg blij naar Jabou te kijken en Jabou kijkt even blij terug (ze is heel erg gek op kinderen)

De moeder geeft het kind aan Jabou en ik begin een Wolof baby liedje te zingen, dat ik net had geleerd bij mijn oom (hij heeft een zoontje van 9 maanden)
De mensen in de bus komen niet meer bij, deels van het lachen en deels van verbazing. Een gezellige boel.

Na afloop weer terug gereisd, het bijzondere was dit keer de overtocht met de boot in Gambia , veel wind met overslaande golven. Omdat Jabou zich helemaal niet jofel voelde (vrouwen moeten onderin zitten en daar wordt je heel gauw misselijk) ging ik als enige man bij haar zitten.

Gelukkig werden de anderen daarvoor gestraft; ze werden kleddernat vanwege de golven (men zit allemaal op de rand) en beschermden ons eigenlijk tegen het water. De motor gaf er om de minuut de brui aan, we lagen vaak dwars op de golven en waren iets van 3 kwartier onderweg. Toen we eindelijk aankwamen hebben we nog een Senegalese dame helemaal naar het Banjul Hospital begeleid, want ze wist heg nog steg (we gaan altijd uit van wie goed doet, goed ontmoet o.i.d.)

Ook wel bijzonder, omdat het een hele reis is, je bent zo tussen 10 en 12 uur onderweg, moet je je met het eten een beetje behelpen. Wat sinaasappels hier ('t is nu de tijd daarvoor) wat pinda's daar, kei hard gekookte groene eieren erbij, wat water en dat is dan je eten voor die dag. Toen we er 's avonds weer waren, hadden onze buurtjes (de Aku dames) een compleet avondeten voor ons gekookt, vandaar dat ik me wel thuis voel in ons nieuwe huis.

Bij thuiskomst nog alles maar eens de revue laten passeren, zaken doen in Senegal is best wel een avontuur. Daarbij nemen sommige mensen daar in Senegal, nog wel eens een deel van je handel weg. En het kost ook nog wel wat aan vervoer, alles bij elkaar toch wel 2000 Dalassi (nu iets van 40 Euro)
Elke keer als Jabou nu zegt, dat ze naar Dakar gaat, ben ik eigenlijk wel ongerust.

Ik ben weer terug in Nederland en probeer wat lopende zaken weer op te pakken, maar intussen is het hier ook nog iets nijpender geworden, ben benieuwd, wanneer we elkaar weer gaan zien.

Groeten Gerrit en Jabou









  • 15 April 2014 - 10:32

    Tineke Kalis:

    Erg gelachen om het sept-place verhaal.. om de hele Dakartrip trouwens.. Té Herkenbaar ;-)

  • 29 April 2014 - 17:23

    Ans En Dik Van Der Maarel:

    Leuk zoveel van jullie Afrikaanse belevenissen te mogen lezen....
    Groeten,

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Gerrit

Hallo, ik ben Gerrit Marskamp. Sinds 2010 reis ik regelmatig af naar Gambia en Senegal, intussen al meer dan 15 keer. Ik begeleid daar meerdere leer en ontwikkel projecten op gebied van Ict en andere hardware en via Timloto ook automotive leer projecten. Alhoewel het nooit de bedoeling was, om daar een relatie te beginnen, ben ik dus sinds Juli 2012 getrouwd met Jabou. Zij woont daar en zal op wat bezoekjes in Europa na, (tot op heden nog nooit gelukt) daar waarschijnlijk ook wel blijven wonen. Ik probeer zoveel en zolang mogelijk, telkens daar te zijn, dat ligt dan voornamelijk aan mijn inkomen. Uiteindelijk hoop ik ooit mijn oude dag met mijn gezin daar door te brengen.

Actief sinds 04 Feb. 2012
Verslag gelezen: 1363
Totaal aantal bezoekers 150009

Voorgaande reizen:

15 Februari 2012 - 10 Maart 2017

Gambia/Senegal jaren 2012-2019

Landen bezocht: